Na zeven jaar aan de Technische Hogeschool te Eindhoven te hebben doorgebracht, gaat U naar de Rijksuniversiteit te Leiden. Ik ben daar persoonlijk wel blij mee, want voor de laatste instelling, mijn Alma Mater, heb ik nog altijd wel een zwak plekje.
U zult merken, dat deze grillige oude dame, die zojuist haar vierhonderdste verjaardag heeft gevierd, een vat vol tegenstrijdigheden is. Zij is enerzijds een instituut waarin tradities een grote rol spelen, anderzijds is zij traditioneel progressief: in mijn studententijd, toen een politiek linksgericht student nog als een contradictio in terminis gold, was Leiden al duidelijk rose. Het is, alsof de dame vrolijk in de voorste gelederen der vernieuwing meer huppelt om een ieder te tonen, dat haar aderen nog niet verkalkt zijn. U zult merken, dat de oude dame daar soms wel moe van wordt, en zich soms amechtig laat overvallen door de gegronde twijfel, of het allemaal nu heus zo moet. We zijn nu in het stadium, dat de polonaise, waarin ze nog met enig enthousiasme meekon, door minister van Kemenade allengskens het rythme krijgt opgedrongen van de tarantella, de onheilspellende dodendans der bezetenen.....
Eertijds hadden we het ministerie van O.K. en W. In een vlaag van culturele barbarij is de K ervan afgevoerd, de W is hard aan het verdwijnen en menigeen vraagt zich met zorg af, hoelang de O nog voor Onderwijs zal staan. Leek het er enige tijd gelden nog op, dat het de O van Opleiding zou worden, nu blijkt het de O van Opvoeding (of misschien wel Omturning!) te worden, Omturning tot de grauwe eenheidsmens, het enige type, waarvoor blijkbaar nog plaats is in des ministers visioen van de socialistische heilstaat. U make zich geen illusies: de man meent het echt. We hebben een minister van O, die het onderwijs volledig aan zijn dictatoriale laars lapt, die in plaats van het Onderwijs te dienen, het Onderwijs dienstbaar wil maken, dienstbaar aan een visioen, dat alle kenmerken vertoont van de hallucinatie van een religieus fanaticus.
Ik overdrijf niet. Na gelijke onderwijskansen voor iedereen gepropageerd te hebben, maakt hij, blijkens de vorige week gepubliceerde contourennota, zich ernstige zorgen, dat als ieder in eigen tempo, naar eigen begaafdheid en ambitie studeren kan, dit de onderlinge verschillen der abiturienten zal vergroten. Allicht: wie door begaafdheid, door ijver of —nog erger— door de combinatie van beide op zijn leeftijdsgenoten uitloopt, zal steeds verder voor gaan liggen. Blijkens de tekst beschouwt de minister zulke uitschieters een ernstig gevaar, waarvan de bestrijding hem ernstige zorgen baart. En een dag later weet de krant te melden, dat met de invoering van de middenschool de traditionele schoolvormen dienen te verdwijnen. Niet dat b.v. de gymnasia, die op de dodenlijst geplaatst zijn, slechts zouden zijn. Integendeel! Volgens de minister zouden de moeilijkere traditionele scholen, als ze naast de middenschool zouden blijven bestaan, de begaafde leerlingen aantrekken, waardoor de middenschool niet tot zijn recht zou kunnen komen! Kortom: de gymnasia moeten weg, omdat ze te goed zijn. M.a.w.: we hebben een minister die zonder een spier te vertrekken een cultureel kostbaar erfgoed opoffert aan zijn Nieuwe Orde. Het is eerder 1984, dan U denkt.
In vind een door ideologie aangewakkerde vervolging van intellectuelen net zo'n griezelige zaak als een ideologisch gevoede jodenvervolging. Bij de jodenvervolging aarzelde de oude dame niet: zij sloot haar huis en dook onder. Zal zij weer weten, hoe ze zich dient te gedragen? U gaat in elk geval een moeilijke tijd tegemoet, waarin ik U sterkte wens.
Rest mij slechts U en de U dierbaren van ganser harte geluk te wensen met de voltooing van Uw academische studie en U een loopbaan toe te wensen, die tot in de lengte van Uw dagen U voldoening zal blijven schenken.