Een min of meer mechanisch wereldbeeld wordt ten minste sinds de klassieke oudheid gehanteerd, toen de planeten, ieder in zijn eigen sfeer, geacht werden om de aarde heen te draaien. In de renaissance heeft het werk van Keppler, Copernicus en Galilei, en daarna dat van Newton het mechanisch wereldbeeld een nieuwe en niet te onderschatten stimulans gegeven. Aangespoord door het succes van de exacte wetenschappen is men meer en meer in dit keurslijf gaan persen en is bv. in de psychologie de school van het Behaviourisme ontstaan, een school, die een uiterst mechanisch mensbeeld hanteert. En daar zitten we nu mee! Als je goed kijkt, hebben de behaviourist eigenlijk helemaal geen echt mensbeeld: ze hebben een mechanische rat met de kwijlende hond van Pavlov gekruist en zeiden toen: "Wel, in principe werkt een mens net zo." Alleen het caveat "in principe" schijnt in de laatste halve eeuw weggesleten te zijn, Eerst de individuele mens, en vervolgens aggregaten van mensen reduceerden zich tot regelapparaat, tot boekhouding van respons versus stimulus. Na de psychologie zijn in het kielzog van deze simplificatie allerlei activiteiten ontstaan, die zich geheel ten onrechte als wetenschappen aandienen, zoals de economie, de sociologie, de paedagogie, de politicologie, de adragogie en noem maar op: dubieuze activiteiten die in het Engels taalgebied zo treffend als "the soft sciences" worden aangeduid, met de nadruk op "soft" en het woord "sciences" uit te spreken met het nodige sarcasme in de stem. Hun collectieve naam is "Bedrog", want zij toetsen hun hypothesen —die de toets der critiek niet kunnen doorstaan— daarom niet; hun collectieve naam is "Bedrog" omdat zij niet schromen aanbevelingen te doen zonder erkenning gefaald te hebben, wanneer het opgevolgde advies niet het voorspelde effect heeft. In feite onderscheiden zij zich niet van de regenmaker, die de ondanks zijn dansen aanblijvende droogte uitlegt als de wraak der goden, noch van de toekomstvoorspelster op de kermis, die uit haar kristallen bol —die in feite van persglas is— zo vage voorspellingen destilleert dat een duidelijk weerleggende toekomst nauwelijks denkbaar is. Maar in tijden van moeilijkheden, wanneer de mens meer zekerheid verlangt, dan waar hij recht op kan doen laten gelden, loopt het storm bij de waarzegster...
Onze overheid heeft dit gelukkig goed begrepen. In een poging om na de tweede wereldoorlog ons geruineerde land weer leefbaar te maken, is met man en macht het hoger onderwijs, dat in de dertiger jaren wat in het slop was geraakt, gestimuleerd. Deze injectie, die voor de wetenschappen bedoeld was, is helaas mislukt: hij is grotendeels ontaard en aan de universiteiten, ja zelfs aan de technische hogescholen, heef de kiem van de "soft sciences" zich tot een kankergezwel ontwikkeld. En 't oeverloos gezever deed zijn intree. Wat doet men met een grootscheepse mislukking? Heel eenvoudig: men neemt niet eens de moeite haar te ontkennen, men verklaart haar ex cathedra als een succes, als een veel belovende stap in de richting van een betere maatschappij!
Het is natuurlijk wel vervelend, dat er in de oudere wetenschappelijke disciplines nog wel bourgeois geleerden zijn, die het kaf van het koren kunnen scheiden; geen nood: men schroeft ze de financiele duimschroeven wat nauwer aan en dan zingen ze wel een toontje lager. Die techniek is sinds de inquisitie wel bekend. Als desondanks de heilsboodschap van de "soft sciences" door flagrante kwakzalverij toch nog wat onovertuigend doorkomt, wederom, geen nood! Men legt dit uit als het bewijs, dat in de afgelopen decennia voor de "soft sciences" te weinig gelden ter beschikking zijn gesteld, en rechtvaardigt daarmee de beslissing de aan de wetenschap onthouden gelden naar de kwakzalver over te hevelen. Ter dekking van deze malafide manoeuvre vindt men eerst een Minister van Wetenschapsbeleid uit; ter politieke onderstreping van het feit, dat de gevestigde wetenschappen eigenlijk niet zo belangrijk zijn, kiest men hier een gesjeesd student voor. Voor nadere details verwijs ik U naar de nota's van Minister Trip en naar de jongste Troonrede.
Verdere consequenties van de opkomende kwakzalverij uitstellend tot een volgende keer gaan wij thans over tot de orde van de dag.